Velen of allen

Door dr. K.D Goverts

“Maar het is met de genadegave niet zo als met de overtreding; want, indien door de overtreding van die ene zeer velen gestorven zijn, veel meer is de genade Gods en de gave, bestaande in de genade van de ene mens, Jezus Christus, voor zeer ve­len overvloedig geworden”  {Rom.5:15}.

 Zeer velen
In deze tekst lees je tweemaal zeer velen. In dat verband is er een verschil tussen het Hebreeuwse denken en het Griekse denken. Als wij zeggen velen, dan heeft dat bij ons, in ons westerse denken door­gaans de betekenis: niet allemaal.

De bekende Nieuwtestamenticus Jojachim Jeremias heeft een prachtige studie geschreven over dat velen. Hij zegt: dat velen (rabiem) heeft in het Joodse denken een insluitende betekenis. Dat is ook weer iets, dat wij moeten of mogen leren. Je merkt zo vaak – en misschien wel juist onder de Christenen – dat mensen de neiging heb­ben om anderen buiten te sluiten. Wij zijn binnen, maar zij zijn buiten. En dan worden er allemaal drempels opgericht; je krijgt een huis met een heleboel drempels. Je bent er zelf binnengekomen zonder drempel, maar dan moet die ander toch wel aan verschillende voorwaarden vol­doen, voordat hìj bin­nen mag komen.

‘Velen’ heeft dus een insluitende betekenis.
In het Grieks heb je een onderscheid: velen betekent dan: niet allen. In het Grieks heb je aan de ene kant dus de velen en aan de andere kant de min­der­heid. Als er dan bijvoorbeeld velen naar binnen gingen, waren er ook nog weinigen, die buiten bleven. Dan heeft het dus een uitsluitende betekenis. In het Hebreeuws heb je de uitdrukking: rahiem = velen. En dan heb je ook nog de uitdrukking: ha rahiem = de velen. Dit laatste heeft dan niet de uitsluitende betekenis, maar dan wordt er be­doeld: de niet telbare velen. Dan gaat het om die grote schare, die niet te tellen is. En dan kun je dus ook zeggen: dat zijn allen.  Het Hebreeuws heeft namelijk geen woord voor allen.  Er is wel een woord voor ‘al’, het woord kol.  Bijvoorbeeld: kol adam = alle mens. Maar in het Hebreeuws kun je dat al dus niet in het meervoud zetten. Je kunt dus niet zeggen ‘alle vreemdelingen’, of: ‘allen’. Dat moet je dus op een andere manier omschrijven. Dat geldt dus in het Hebreeuws. Maar dat geldt ook in wat wij dan het Nieu­we Testament plegen te noemen, want dat is dan wel in het Grieks geschreven, maar toch helemaal gebaseerd op het Hebreeuws.

Zo zegt Elia tegen de Baälpriesters: “Daarna zeide Elia tot de profeten van de Baal: Kiest voor u de ene stier uit en be­reidt hem eerst, want gij zijt met zovelen”  {1 Kon.18:25}. Gaan jullie nou maar eerst, want ‘gij zijt met zovelen’. Gij zijt de velen. Dat betekent dus zoiets als: jullie zijn de grote schare, jullie zijn die grote massa, ik ben maar op mijn eentje. Allen zijn gestorven – de genade voor allen overvloedig Daarmee komen we dus op die tekst uit Romeinen 5: “Maar het is met de genadegave niet zoals met de overtreding; want, indien door de overtreding van die ene zeer velen gestorven zijn, veel meer is de gena­de Gods en de gave, bestaande in de genade van de ene mens, Jezus Christus, voor zeer velen over­vloedig geworden” {Rom.5:15}. Paulus sluit in Romeinen 5 helemaal aan op Jesaja 53. Het speciale hier­bij is, dat hij zich hierbij baseert op de Hebreeuwse tekst en niet op de Septuagint. Vaak wordt de Septuagint geciteerd, maar dat doet Paulus in dit geval dus niet; hij bouwt voort op de Hebreeuwse tekst.

Zeer VELEN gestorven”
Wie zijn dat? Er staat hier dus weer: DE VELEN, dat zijn dus ALLEN. De ver­taling zeer velen is dus in feite wat misleidend, want dan denk je: zeer velen is heel wat, maar dan toch nog niet allemaal. “Voor zeer VELEN overvloedig” Hier dus ook weer: voor DE VELEN, dus voor ALLEN. In een paralleltekst staat wel allen: “Want evenals in Adam allen sterven, zo zullen ook in Christus allen levend ge­maakt worden”  {1 Kor.15:22}.

 

Comments (0)

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *