De verzoeking in de woestijn

Door dr. K.D Goverts

Er is ooit een Mens geweest die kwam uit het water en stond in de woes­­tijn. Hij stond daar met die roeping, met die vraag: wat ga Ik doen met mijn leven. En tegenover Hem in de woestijn stonden al die krach­ten, die Hem tot wanhoop trachtten te brengen. Of Hij die stenen ook kon eten. Of Hij ook kon zweven zonder dood te vallen. Of zijn hoofd alle kronen van de wereld kon dra­gen. Ze had­den Hem dan ook bijna te pakken, die krachten, maar ze kre­gen Hem niet. Zo stond Hij daar in de woestijn; uit het wa­ter in de woestijn. Zou je die stenen kunnen eten?Zou je kunnen zwe­­­ven boven de aarde?  Zou je op één hoofd alle kronen kunnen dra­­­gen van de hele wereld?

Dat hebben ze altijd weer geprobeerd, de machthebbers, de bevel­heb­­­bers. Hoeveel kronen kun je dragen op één hoofd? Daarom wer­­­­den die machthebbers ook meestal ‘De Grote’ genoemd. Karel de Grote, Wil­helm der Grosse. De ene machthebber wilde nog gro­ter zijn dan de ander. Al­le­maal hebben ze geprobeerd hoeveel kro­nen er op één hoofd pasten. Kan één hoofd al die kronen dragen?

En dan komt daar die ene Mens. Hij komt uit het water en Hij staat in de woestijn. Hij eet geen stenen. Hij zweeft niet boven de aar­de, Hij staat met zijn beide voeten op de grond. En Hij draagt geen kronen. Ongekroonde koning, koning zonder kroon. Dat is de grootste Ko­ning, Ko­­­ning met geen enkele kroon. De enige kroon die Hij droeg, zo wordt het van­­­ouds gezegd, is de kroon die elke zoon van Israël mag dra­gen: de kroon van de Torah. Zijn enige kroon was de To­rah van de Vader, het woord van de Eeuwige. Als Hij daar staat in het water, komt er een stem uit de wolk. En daar­­mee wordt Hij aangesteld tot Zoon.

Comments (0)

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *