De belofte aan Abraham

Door Joop Neven

Neem nu Gods belofte en eed aan Abraham: “In u en uw zaad zullen alle geslachten des aardbodems gezegend worden”. Dit wordt in de bijbel keer op keer herhaald (zie Gen.12:3, 22:18, 28:14, Gal.3:8). Deze belofte werd door een eed bevestigd, “opdat door twee onveranderlijke dingen, waarbij het onmogelijk is, dat God liegen zou, wij, die tot Hem de toevlucht genomen hebben, een krachtige aansporing zouden hebben om de hoop te grijpen, die voor ons ligt” (Heb.6:18). Dit beloofde “zaad”, waarin “alle geslachten des aardbodems” gezegend zullen worden, is (niet Izaäk) maar Christus (Gal.3:16). Hoe zullen nu “alle geslachten des aardbodems” in Hem gezegend worden? Laat Petrus die vraag beantwoorden (zie Hand.3:25-26): “Gij zijt de zonen van de profeten en van het verbond, dat God met uw vaderen gemaakt heeft, toen Hij tot Abraham zeide: En in uw nageslacht zullen alle stammen der aarde gezegend worden. God heeft in de eerste plaats voor u zijn Knecht doen opstaan en Hem tot u gezonden, om u te zegenen, door een ieder uwer af te brengen van zijn boosheden”.

Hier hebben we dan een rechtstreeks antwoord op de vraag, hoe “alle geslachten der aarde” in Christus, het beloofde zaad, gezegend zullen worden. Door ieder voor zich van hun boosheden te worden afgebracht. Nu vragen we verder: Is deze belofte in het verleden ooit vervuld? Nee. Nog niet één op de duizend van de wereldbevolking tot nu toe heeft zelfs maar van Christus gehoord, laat staan dat men in Hem gezegend is door van zijn boosheden te zijn afgebracht. Zal de belofte worden vervuld? Het zou godslasterlijk zijn om daar ooit aan te twijfelen, want wie er op die manier aan twijfelt, heeft “God tot een leugenaar gemaakt” omdat hij niet geloofd heeft in het getuigenis, dat God getuigd heeft van zijn Zoon” (1 Joh.5:10).

Comments (0)

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *