Het geheimenis van de zoon
30-05-2010 door Joop NevenVoor de koorleider. Op de wijze van: De dood van de zoon {Ps.9:1}. Nu is het een puzzel hoe je dat moet vertalen. De SV heeft destijds gezegd: We laten het maar staan: Mûth Labben. Die lieten gewoon de Hebreeuwse woorden onvertaald staan. In de oorspronkelijke handschriften schreven ze alle woorden aan elkaar vast. Dus je kon niet zien waar het ene woord begon en het andere woord ophield. Alle woorden werden aan elkaar geregen als één lange lijn. Als lezer moest je zelf de coupures maken en zeggen: Hier begint weer een nieuw woord en hier begint weer een nieuwe zin. Vandaar dat het Griekse woord voor lezen ook is: herkennen. Lezen betekent, dat je de woorden herkent in die eindeloze rij van letters. In Psalm 9 staat dus: Al-mûth labben. Dat heeft men dan vertaald met: De dood van de zoon. Maar je kunt dat Almûth ook als één woord nemen en dan is het: het geheimenis. Dus je kunt ook vertalen: Voor de koorleider oftewel conservator. En dan niet: De dood van de zoon, maar het geheimenis van de zoon. Almûth als één woord: Het geheimenis van de zoon”. Dat is nu precies wat Paulus zegt in Efeze 3:4: Het geheimenis van Christus.
Opschriften zijn onderschriften
Nu is er ook al aan het begin van deze eeuw iemand geweest, die een onderzoek gedaan heeft naar de opschriften boven de Psalmen. Hij kwam tot de ontdekking, onder andere vanuit de Psalm van Habakuk, Habakuk 3, en nog enkele teksten, dat die opschriften oorspronkelijk onderschriften geweest zijn. Het opschrift boven Psalm 9, Psalm 9:1 is dus oorspronkelijk het onderschrift geweest bij Psalm 8. Psalm 8 had als onderschrift:
“Voor de koorleider. Het geheimenis van de zoon. Een psalm van David”..
Dat was het onderschrift van Psalm 8. Als je nu Psalm 8 kent of gaat lezen, dan klopt het helemaal. Want daar gaat het in Psalm 8 ook over. “Wat is de mens, dat Gij hem gedenkt, Wat is het mensenkind, (letterlijk: ben adam, de mensenzoon) dat gij hem bezoekt?” {Ps.8:5}. Psalm 8 gaat over de ware mens. Psalm 8 wordt ook geciteerd onder andere in Hebreeën 2 en dan toegepast op Hebreeën 7.