Hem heeft God voorgesteld als zoenmiddel

 Door dr. K.D Goverts

Hem heeft God voorgesteld als zoenmiddel door het geloof in zijn bloed, om zijn rechtvaardigheid te tonen”{Rom.3:25}. Door dat woord voorgesteld zou je op het eerste gezicht eventueel kun­nen denken, dat God een voorstel doet aan de tegenpartij. Maar, als je na­gaat hoe dat woord in het Nieuwe Testament over het alge­meen ge­bruikt wordt, dan krijg je toch wel een heel ander beeld. In dat woord voor zit het begrip open. Dus je zou kunnen zeggen:”Hem heeft God openlijk gesteld”. God doet hier géén voorstel! Maar dat woord komt heel vaak voor in verband met Gods voornemen.  Bijvoorbeeld: “In overeenstemming met het welbehagen, dat Hij zich in Hem had voorgenomen” {Ef.1:9}. God heeft Hem voorgesteld. God heeft Zich voorgenomen. “Waartoe wij van tevoren bestemd waren krachtens het voornemen van Hem, die in alles werkt naar de raad van zijn wil” {Ef.1:11}.

Dus dat voorstellen betekent meer, dat God een zoenmiddel presen­teert. Een zoenmiddel voor het oog van de mensen en ook voor het oog van de machten. Dit stel Ik vast, dit is mijn zoenmiddel, zegt God. God stelt een feit vast. God doet geen voorstel, waar Hij al dan niet instemming mee verwacht. God stelt een weg, zó gaat het gebeuren. Daar is verder geen discussie over, daar wordt verder niet naar iemands mening gevraagd.  Dit is mijn plan, zegt God. Er staat ook bij (Ef.1:11), dat Hij in alles werkt naar de raad van zijn wil. Jesaja zegt ook: “Wie is Hem tot Raadsman ge­­weest?“. God gaat daar niet in overleggen. God zegt: dit is mijn Raad, dit is mijn besluit. Hetzelfde woord komt bijvoorbeeld voor in Romei­nen 8. “Die naar zijn voornemen geroepenen zijn”{Rom.8:28}. God heeft dat zo voorgesteld. God zegt: dit is mijn besluit.  God heeft dat zo geponeerd.

In het Oude Testament gaf God dat verzoendeksel als plaats van ver­zoe­ning aan. Dan zegt God ook: dit is de plaats die Ik verkies. In dezelfde lijn kun je zeggen: zo heeft God Jezus als zoenmiddel voor­ge­steld. En dat woord zoenmiddel kan in feite ook betekenen: verzoen­dek­sel of eventueel zelfs: dekkingsgeld, losgeld. Zo stelde Mozes de koperen slang. Je kunt ook zeggen: ‘Hij stelde de koperen slang vóór’. Maar niet in de zin van: wat vinden jullie ervan, maar bindend. Mozes zegt: als je nu verlost wilt wor­den van die slangen, dan zal ik je dit zoen­middel voorstellen, daar moet je dan naar kijken. Zo presenteert God dus zijn herstelplan ten overstaan van de mensen en ten overstaan van de machten en die worden hiermee dan ook voor een vol­­dongen feit gesteld.

“Geen van de beheersers dezer eeuw heeft van haar geweten, want indien ze het ge­weten hadden, zouden ze de Here der heerlijkheid niet gekruisigd hebben”{1 Kor.2:8}.
God zegt: Ik heb mijn verzoeningsplan tot stand gebracht, Ik heb mijn ver­zoe­­ningsplan gegeven, zo is het vastgesteld. Als ze geweten hadden wat zich daar afspeelde, dan zouden ze Hem niet aan het kruis hebben gena­geld. God stelt dit dus vast als zijn eeuwig voornemen. Dan zie je weer, dat niet de duivel, maar de méns partner is van God. Dat staat ook zo mooi in Jesaja 1:18: “Komt toch en laat ONS tezamen richten” {Jes.1:18}. Ons -God en mens. God en mens gaan tezamen richten over de machten en over het kwaad en over de schuld. God zegt als het ware tegen de mens: Wij gaan samen om de tafel zitten en wij gaan er een oplossing voor vinden. Wij gaan het recht doen zegevieren.

De duivel wàs overste van deze wereld
Bij de verzoeking in de woestijn zegt de duivel: deze koninkrijken zijn mij overgegeven. In het licht van het bovenstaande zou je zeg­gen: dat liegt hij. Hij heeft dan geen enkel recht op die koninkrijken. Hier stelt de duivel dus een transactie voor, waar Jezus helemaal niet op in is gegaan.

Is de duivel sinds Golgotha geen overste meer van deze wereld?
Ik geloof dat je inderdaad kunt stellen: de duivel wàs overste van deze wereld. Hierbij wel te bedenken: hij was overste van de wereld. De dui­vel is nooit overste van de aarde geweest! Jezus zegt ook: “Nu gaat er een oordeel over deze wereld; nu zal de overste dezer wereld bui­ten­­ge­worpen worden” {Joh.12:31}. Door Golgotha is de duivel in wezen zijn recht als overste van deze we­reld kwijtgeraakt. Want Adam had in feite de wereld aan de duivel ver­kocht, doordat hij de deur openzette. Jezus, als de Tweede Adam, heeft de wereld weer gemaakt tot rechts­ei­gen­­dom van God.

Hij heeft hem immers onttroond…
Ja, daar heb je het, dus in feite is dat recht hem ontnomen. Alleen, hij wil het nog niet erkennen. Daarom geloof ik dat hij nu, in de tijd van de ge­meen­te, nog werkt met intimidatie. Hij doet nog alsof hij nog van alles te zeg­gen heeft. Maar op grond van Golgotha kunnen we hem zijn recht ont­zeg­gen. Hij bestaat nog bij de gratie van de leugen. Zijn hele tactiek is leugen en geweld. Omdat een groot deel van de Christenheid dat nog niet opmerkt, kan hij nog zo veel aanrichten. Ja, ik geloof dat het juist een grote verleugening is, dat de dui­vel de Chris­tenheid eigenlijk eeuwenlang onkundig heeft gehouden, zodat ze misleid wer­den ten aanzien van die rechtszaak. En wij zien deze dingen ook nog maar ten dele en moeten nog veel leren om dat in de praktijk toe te kunnen passen. Verleugening op het feit, dat de duivel in feite geen rechten meer heeft, dat die rechtszaak be­slist is. En hoe vaak zie je niet, dat de Christenen de duivel toch nog allerlei rechten toekennen.

Kun je nu zeggen: de duivel heeft geen recht meer op de gelovigen, maar op de ongelovigen nog wel?
In feite ook niet op de ongelovigen. Je zou het kunnen onderscheiden in rechtens en feitelijk. Rechtens is de hele mensheid teruggekocht. Alleen het probleem is, dat ze het niet weten. En daarom gaan ze met hem mee. Ze luis­teren naar hem. En als je weer naar hem luistert, zegt hij weer: “Ik heb recht op je!” Het moet stukje bij beetje terugveroverd worden.

Comments (0)

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *