Godloos en Goddeloos

Door dr. K.D Goverts

“….maar zijn geloof vestigt op Hem, die de goddeloze rechtvaardigt” {Rom.4 vers 5}.
Is er een verschil in betekenis tussen de woorden “godloos”en “goddeloos”. Kent de Bijbel dit verschil? In het Nederlands betekent het achtervoegsel “loos” niets anders dan “zonder”. Denk maar aan de woorden “werkloos, rusteloos, hopeloos, dakloos”. Het spraakgebruik plaats achter deze woorden een toonloze “e” vóór het achtervoegsel loos { b.v werkloos en werkeloos}. Door taalkundige wordt verdedigd dat werkloos iets anders is dan werkeloos. Een werkloze zou dan iemand zijn voor wie, tegen zijn zin, helaas geen werk is, terwijl de werkeloze iemand is, die liever niet wil werken. Een werkloze zou dus als zodanig onberispelijk kunnen zijn, maar een werkeloze wordt negatief bezien. Zo’n onderscheid kan er ook bestaan tussen de woorden “godloos” en goddeloos”. Godloos betekent dan zonder God, maar toch een goed mens zijn en goddeloos staat voor het zich niets aantrekken van wat God zegt en het overtreden van Gods geboden en een slecht mens zijn. “Goddeloos” is een vertaling van het Hebreeuwse woord “raeschang”. In het Grieks is het “asebès. Het komt 300 maal voor de Bijbel en zowel in OT als in het NT heeft het een ongunstige betekenis. Het duidt steeds op het tegenovergestelde van “rechtvaardig” of “rechtschapen” {bijv. in Gen 18 vers 23}. De goddeloze is als zodanig allesbehalve “zonder God”. Hij is een vijand van God. Hij lastert God {Ps.10 vers 13}. Goddeloosheid is alles wat zich vijandig stelt tegenover de liefde, barmhartigheid, dus tegen over Hem, die dit alles uitstraalt. In 2 Petrus2 vers 5 worden de vijanden van God, de mensen die tijdens de zondvloed omkwamen, “de wereld van de goddelozen”genoemd en in vers 6 en 7 zijn de inwoners van Sodom en Gomorra gerangschikt onder degene “die goddeloos leven”. In het Grieks is voor het begrip “goddeloos” ook een woord gebruikt dat duidt op een uitgesproken Godvijandige houding. Het woord “asebès” dat bij de Grieken de aanduiding was voor alles wat misdadig was tegen de goden en mensen. “asebès” is het tegenovergestelde van “eusebès”, wat “godvruchtig” betekent {Hand.10 vers 2,7 en 2 Petr.2 vers 7}. In de Bijbel is “goddeloos” geen neutraal of onwetend begrip, maar een aanduiding voor de zondigheid of het nu gaat om Joden of niet-Joden. Elk mens is onder de zonde en dus in principe goddeloos {Rom.3 vers 9,19}. Het is niet voor niets dat in Ps.14 vers 2.3 staat: “De Here ziet neder uit de hemel op de mensen kinderen, om te zien of er één verstandig is, één, die God zoekt. Allen zijn zij afgeweken, tezamen ontaardt: er is niemand die goed doet, zelfs niet één”. God heeft van de mens, die een vijand was, een vriend gemaakt op grond van het geloof van Christus. In hem is de mensheid gerechtvaardigd

Naast het begrip “goddeloze” kent de Bijbel nog een ander woord dat met “godloos”{zonder god}, wordt vertaald. Dit Griekse woord is “atheos” en dat duidt niet op bewuste vijandigheid, maar op onwetendheid en onverschilligheid, of het ontkennen van het bestaan van God. Het is het “zonder God” uit Efeze 2 vers 12.

Niemand mag de kracht van het evangelie van Paulus in Rom4 vers 5 verzwakken door het woord “goddeloze” een mildere inhoud te geven dan het daar gebruikte Griekse woord “asebès” heeft. Van Godswege is de genade en rechtvaardiging geproclameerd! En we mogen de oordelen die de goddelozen ondergaan niet onderschatten, maar het einde, God’s einde, zal een alles omvattende overwinning zijn van de Liefde, want God is liefde {1Joh.4 vers 8}. Het oordeel van God is geen vernietigingsdrang! Het gaat God om de bevrijding van alle mensen. De toorn van God is altijd “Toorn der Hoop”. Het juiste oordeel heeft altijd het aspect van de hoop in zich. En weet je wat nou zo bijzonder is? Het oordeel in de Schrift is altijd vermengd met verdriet. Want het doet God pijn dat de mens geen vriend wil zijn. Want de diepste beweegredenen van God is, dat Hij de mens wil veranderen van een vijand in een vriend, en dat laat de mens {nog} niet toe. Dat is het lijden van God. Laten we dan nooit zoals sommige vertalingen Romeinen 4 vers 5 verknoeien door daarin de onjuistheid op te nemen, “dat God de goddeloze rechtvaardig kan verklaren” dat staat zó niet in de grondtekst. Zo’n vertaling doet tekort aan de positieve zekerheid dat God de Redder is van alle mensen. Dat God de goddelozen rechtvaardig kan verklaren betwijfelt niemand, maar Hij wil het en doet het ook. We hebben hier te maken met een absolute zekerheid.

“Hem echter, die niet werkt, maar zijn geloof vestigt op Hem, die de goddeloze rechtvaardigt, wordt zijn geloof gerekend tot gerechtigheid…”{Rom4 vers 5}.

 

Comments (0)

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *