De zondvloed, een reiniging
13-05-2012 door Dr. K.D. GovertsMen zegt wel: bij de zondvloed is de aarde ook vergaan. Maar je kunt beter zeggen: die aarde is nooit vergaan, Hij heeft de aarde gereinigd. Je moet dat meer zien vanuit het Hebreeuwse woord machaah, wat afwissen betekent. De aarde wordt eigenlijk schoongespoeld. Bovendien kun je je afvragen of die zondvloed over héél de aarde is geweest, maar dat is een punt apart. Het voornaamste bij het zondvloedverhaal is, dat God verdriet heeft.
“Berouwde het de Here, dat Hij de mens op de aarde gemaakt had, en het smartte Hem in zijn hart” {Gen.6:6}.
We moeten soms de bijbel weer leren lezen met ons gevoel. God had nacham, verdriet. Eigenlijk betekent het: diep zuchten, diepe verzuchtingen van God.
Zoals ook staat in:
“Wij zuchten bij onszelf in de verwachting van het zoonschap” {Rom.8:23}.
“Maar de Geest zelf pleit voor ons met onuitsprekelijke verzuchtingen” {Rom.8:26}.
Als God gaat zuchten, heeft dat iets te maken met die barensweeën. En de barensweeën wachten op de ontsluiting.
Het ganse schepsel zingt
De hele schepping kan zuchten, ook al hoor je dat maar ten dele. Ook als die aarde onderworpen is aan de tirannie en uitbuiting en aan al die negatieve krachten, zie je, dat als de aarde weer rechtgezet wordt, dat ook het opbloeien van de schepping betekent. Zoals zo mooi werd gezegd: ‘Eerst is het: het ganse schepsel zucht en dan is het: het ganse schepsel zingt’.
Met reikhalzend verlangen
De profeten hebben altijd gezegd: “En de heerlijkheid des HEREN zal zich openbaren” {Jes.40:5}. Deze aarde zal de heerlijkheid Gods zien. En als je dat loslaat, kun je wel ophouden, dan ga je over op een soort doemdenken. Paulus zegt ook in Romeinen 8: “Want met reikhalzend verlangen wacht de schepping op het openbaar worden der zonen Gods” {Rom.8:19}. Dat is een zeer stevig fundament. Waar zien ze naar uit? Niet naar het einde, maar naar de onthulling, (de apocalyps staat er) de onthulling van de zonen Gods. En dan staat er zo mooi: ‘met reikhalzend verlangen’. De SV zegt: ‘met opgestoken hoofde’. Ik stel me dat zo voor, zoals je vroeger in de rij stond te wachten als de Koningin langs zou komen. Ze stonden dan soms drie rijen dik vóór je. Dus ‘met reikhalzend verlangen’ staat de schepping ook op die manier te wachten. De schepping wacht niet op het einde, niet op het moment dat het doek valt, maar op het moment dat het doek opengaat. ‘Onthulling’ staat er, dan gaat de bedekking eraf. Er staat dan in Romeinen 8: “Want de schepping is aan de vruchteloosheid onderworpen, niet vrijwillig, maar om (de wil van) Hem, die haar daaraan onderworpen heeft, in hope echter”….. {Rom.8:20}.
Dus heel de schepping is doortinteld van hoop. Heel de schepping hoopt, alleen de mens moet dat vaak nog leren. Wat dat betreft is de mens vaak een laatkomer. In heel de schepping zit die hoop, al die schepselen willen leven. Een dier wil niet dood, het zal alles doen om te leven. Dus heel de schepping is in hope, die is in verwachting, want die is niet vrijwillig onderworpen aan de vruchteloosheid.