De twee zonen van de koning. Een verhaal van Rabbi Nachman.
25-08-2011 door Joop NevenEen koning had twee zonen. De een was wijs en de ander was dwaas. De koning liet de dwaas benoemen tot minister van financiën. Hij mocht de schatkist beheren. De wijze gaf hij geen enkele functie. Hij zei: jij moet je maar terugtrekken in een eenzaam huis. De mensen verbaasden zich daarover en zeiden: hoe kan dat nu? Hoe kan de koning nu zoiets doen! Hij geeft de sleutels van de schatkist aan die dwaze zoon! En daar hangen alle dingen in het koninkrijk van af. De koning antwoordde en zeide: is dat zo vreemd? Is er dan zoveel wijsheid nodig om geld te beheren en om geld te geven aan degenen die het nodig hebben? Maar mijn wijze zoon is gezeten, solitair, helemaal alleen en hij mediteert. En dankzij zijn wijze raadgevingen komen de bronnen naar je toe, de bronnen van rijkdom en van kennis. En dan kan mijn andere zoon die bronnen uitdelen. Mijn wijze zoon heeft geen enkele titel nodig, geen functie en geen bediening, geen ministerschap. Hij heeft zijn kwaliteiten en daardoor is hij een bron van overvloed.
Rabbi Nachman zet er dan nog één zinnetje achter als conclusie. Dat zinnetje is een beetje riskant. Een zinnetje voor de goede verstaanders, een zinnetje ook om eindeloos over door te denken. Het is ook een zin die je niet uit zijn verband moet halen en waar je heel voorzichtig mee om moet gaan. Het geeft af en toe wel te denken, je moet er ook nooit iemand mee veroordelen. Rabbi Nachman zet er dan onder: U kunt hieruit concluderen dat de rechtvaardigen geen wonderen doen.