De symboliek van het Hebreeuwse alfabet Deel 6
04-06-2010 door Dr. K.D. GovertsDe negentiende letter t/m de eenentwintigste letter
De qoph, resj, en de sjin
In de Zoon is de zonsopgang
In het woord morgen (boqer) zien we de letters bet en resj. Dat zijn de letters van zoon (bar) met in het midden de qof, het symbool van de opgaande zon. Het is mooi dat in de Zoon de opgang is van de zon. In de Zoon is de zonsopgang. Wij verdiepen ons in de betekenis van de Hebreeuwse woorden en dat doen we niet in een haastig tempo. We gaan niet langs de snelweg…. en maar jachten en jagen… maar wij zijn mensen ‘naast de weg’. Het woord gelijkenis (paroimia) in Johannes 10 betekent eigenlijk: een pad naast de weg. Jezus wijst een àndere weg. Dat is niet de snelweg, niet de route waarlangs iedereen gaat, maar het is een alternatief.
De cirkel, die niets en niemand buitensluit
De qof heeft te maken met de cirkel. Dat is de cirkel die niets en niemand buitensluit. Dat is de invloedssfeer van God, datgene waar de Geest beslag op legt. De cirkel die alle dingen omsluit. Vanouds werd er vóór de inname van een stad, eerst in een cirkel om die stad heen getrokken. Dat zie je ook in het verhaal over de val van Jericho: Gaat rondom Jericho. De kinderen Israëls trokken elke dag één keer – op de zevende dag zevenmaal – om die stad heen. Als je in een cirkel, in een processie, rondom een stad trok, hield dat als principe in, dat je daarmee aangaf: we nemen dit gebied in bezit. Ook bij het stichten van een stad werd eerst een cirkel om die stad beschreven, een rondgang gemaakt, om daarmee aan te geven: dit is nu eigendom van deze koning. Nu wordt dit gebied in bezit genomen. Er zijn nog een paar teksten die daarmee te maken hebben. Zij geven iets aan van de geestelijke strijd, die er moet worden gevoerd. Het duidt op het beërven en het claimen van een gebied voor God, zodat daar als het ware een stempel op wordt gezet en het eigendomsrecht van Adonai daarvoor wordt opgeëist. Psalm 48 is een lied over Sion en daarin staat iets bijzonders: «Gaat rondom Sion (omcirkelt Sion) en trekt eromheen, telt haar torens» Ps.48:13.
De Septuagint zegt het ook op die manier:
«Kukloosate Sion = omcirkelt Sion»
In het woord cirkel zit ook het woord cyclus. Zo wordt Sion als een goddelijk gebied, als een koninklijk domein afgegrensd. Sion wordt daardoor een bijzonder gebied, want God regeert daar. Van daaruit komt er ook het besef: dit is Gods huis, dit is zijn tempel, hier woont Hij. «Richt uw aandacht (hart) op haar voormuur» Ps.48:14. «Waarlijk, zo is God, voor eeuwig en altoos (heel de eeuw en altijd) » Ps.48:15. Zo wordt zijn invloedssfeer bevestigd. Er zijn nog een paar teksten die eigenlijk hetzelfde vertellen en daarmee het beeld nog wat completeren. Allereerst uit Spreuken 8, het lied van de wijsheid.
Een cirkel geschreven over de afgrond
«Toen Hij de hemel bereidde, was ik daar; toen Hij een kring trok op het oppervlak van de oceaan» Spr.8:27. God gaat een cirkel schrijven, graveren. Er staat eigenlijk: «Op het aangezicht van de oervloed (al penee tehom)» Statenvertaling: «Op het aangezicht van de afgrond» Als er een cirkel wordt geschreven over de afgrond, betekent het, dat ook die afgrond van Hem is. Het eigendomsrecht wordt daar in dat oerbegin vastgelegd, maar dat is tegelijk ook profetisch. Chouraqui vertaalt het ook zo: «Wanneer Hij gegraveerd heeft de kring, de cirkel op de aangezichten van de afgrond» Het is toch een mooie gedachte, dat ook de afgrond daar niet buiten valt. Je mag weten dat – wat er ook kan zijn aan diepte, aan afgrond in het mensenhart, aan afgrond van de wereld, aan oervloed (tehom), oertumult – er niets buiten Hem valt. Soms kun je het gevoel hebben, dat je eigen ziel een afgrond is, want wie zal het eigen hart kunnen peilen!? Wat zit er allemaal verborgen in je hart? Kun je op de bodem van je ziel komen? Of gaat dat alles veel dieper dan je kunt bedenken? Ook de afgronden van je onbewuste en je onderbewustzijn zijn in zijn hand. God zegt: We gaan ook daar een cirkel graveren, om daarmee aan te geven: dit is van Mij! Niemand anders mag daar rechten op laten gelden, want dit is Koninklijk bezit!
De eeuwige wijsheid
In het oerbegin was de wijsheid, de goddelijke chochma, er al als getuige. Want alles wat God doet, doet Hij samen met de wijsheid. Het is zo mooi, dat God als het ware een oerverbond heeft met de wijsheid. Hij brengt niet iets zomaar ‘op de bonnefooi’ tot stand. Hierbij moeten we aantekenen, dat bonnefooi eigenlijk la bonne foi (het goede geloof) betekent. Dus in de diepste zin van het woord brengt Hij alles wèl op die manier tot aanzijn. God zegt: alles wat Wij tot stand brengen, doen Wij met wijsheid. Wij verrichten alles vanuit een volmaakt bestek. ‘Er is in mijn leven nooit iets gebeurd zonder de voorkennis van God’, heeft iemand eens gezegd. De eeuwige Wijsheid was er al vanaf het begin. «Door wijsheid wordt een huis gebouwd, door verstand wordt het bevestigd» Spr.24:3. Dan moet ook de afgrond erkennen: dit is mijn Meester. Ook de afgrond moet haar Heer erkennen en toegeven: U staat bovenaan!
De Goddelijke Landmeter
Een tekst waar in feite hetzelfde staat, vinden we in Job 26. «Hij trok een kring over het watervlak,
tot waar het licht aan de duisternis grenst» Job 26:10. Het lijkt haast op het ‘Schrijverken’ uit een gedicht van Guido Gezelle.
Wij schrijven en herschrijven
en schrijven nog de naam van onze God.
De naam van God wordt geschreven over het watervlak. («Over het aangezicht van de wateren al penee majim) tot waar het licht aan de duisternis grenst» Job 26:10. Er wordt een grens getrokken en de duisternis wordt een halt toegeroepen. Letterlijk staat er: «tot de voleinding van het licht met het duister» Het licht wordt voleindigd en God trekt een cirkel. Het is eigenlijk God zelf, die als een soort landmeter om een bepaald gebied heen trekt. Een landmeter zet zijn krijtstreepjes neer om aan te geven: híer komt de stad en híer komt het huis en híer komt de tempel. De Goddelijke landmeter meet het land uit en zegt: dat is vastgelegd! De bouwtekening is er, de streepjes zijn gezet en de cirkel is getrokken. De teerling is geworpen (alea jacta est), en nu kan de stad en de tempel gebouwd worden.
Verleg de aloude grenzen niet
De aloude grenzen die God vastgesteld heeft, mogen niet aangetast of geschonden worden, want God heeft de afmetingen van dat erfdeel bepaald. De vijand kan wel proberen om die grenzen aan te tasten, maar God zegt: dat zijn grenzen van oudsher bepaald en daar mag niets en niemand aankomen! Dat zijn ook de grenzen van je hart, de grenzen van je gedachten. Dat is ook datgene waarvan God heeft vastgesteld, dat het zijn eigendom is. Dan kan de stad gebouwd worden. In Spreuken 22:28 en 23:10 wordt gezegd: «verleg de aloude grenzen niet» Er staat eigenlijk: het oertijdgebied. Het oertijdgebied, zoals door God is vastgesteld.
De volledige studie is in boekvorm te verkrijgen bij:
J. Bies
Schaperstraat 104
3317 LR Dordrecht
Tel:078-6510685
Giro 1292693
E-mail jan.bies@kpnplanet.nl
– Prijzen zijn excl. Verzendkosten
– Van elk boek wordt € 2.25 afgedragen aan het Afrika-fonds