Bidden is eigenlijk: meedenken met God

Door dr. K.D Goverts

In feite hééft het Hebreeuws geen woord voor bidden. Je hebt wel het woord tephillah (=gebed). Dat komt van de woordstam hit pallel (heeft ongeveer de betekenis van denken). Bidden is eigenlijk: met God meedenken.  André Neher zegt: bidden is projecter (=vooruitdenken). Bidden is wor­ste­­len om inzicht. In die oorspron­ke­lijke vorm zit ook iets van: beslissen. Daar zit dus een heel andere wereld in dan wat er vaak van gemaakt is. Vaak is bidden verworden tot een verlanglijstje. Tot een soort vraag ­en antwoord­spel. Bidden is in het bijbelse denken veel meer: met God mee­denken.

Bidden is: God herinneren aan zijn plannen.
Bidden is: God herinneren aan zijn verbond.

Zoals je dat bijvoorbeeld ziet in dat klaaglied bij de verwoesting van de tempel. Ge­denk O Eeuwige, wat ons is overkomen. Bidden kan dan ook het karak­ter krijgen van een protest en een argu­men­­tatie. Het wonderlijke is, dat je de indruk krijgt dat God wel gechar­meerd is van bijbel­se gebeden van dit soort. Zo in Exodus 32 bij de ge­schiedenis van het gouden kalf. God zegt dan: we kappen ermee met dit volk. Maar dan komt Mozes en zegt: God, dat kunt U niet maken. Mo­zes gaat er dwars te­gen­in. En als God tegen Mozes zegt: Ik ga met jou ver­der en Ik ga jou tot mijn volk maken, dan zegt Mozes: God, dat moet U niet doen. Protest en argumentatie vind je in de gebeden van Mozes, van Elia, en ook bij Hannah in 1 Samuël l.

Bij Mozes krijg je zelfs de indruk, dat Mozes beter dan God weet wat in het belang van God en in het belang van Israël is. God, als U er op dit mo­ment mee kapt, dan zeggen de Egyptenaren: zie je wel, die God kon het niet. Daarom heeft Hij de hele zaak maar in de woestijn begraven. Mo­zes zegt dus: God, dat kunt U niet maken, Uw hele naam gaat eraan.

Het Joodse ge­bed wordt dus vanuit die verbonds­relatie uitgesproken. Juist in het bidden is de mens verbonds­­part­ner. Een volwaardige ver­bonds­part­ner, die zijn rechten bepleit en ook de rechten van de mens­heid. Dat is geen teken van rebellie, maar van levende dialoog.
Bidden is dan niet zozeer: nou moet ik wat krijgen. Bidden is ook niet: ik geef mijn verantwoordelijkheid uit handen, de Heer moet het verder maar doen. Bidden is geen afschuifsysteem. Als Abraham voor Sodom gaat bid­den, dan wordt hij echt partner van God.

Dat is de dialoog. En God neemt de argumenten van zijn partner seri­eus. Daar bij Abraham wordt het haast een soort discussie. Dan komt het gebed wat uit de sfeer van het vragen. Vragen ligt vaak toch in de sfeer van de on­mondigheid: ik vraag om iets lekkers en ik krijg het niet. Dan krijg je heel de problematiek van: waar waren nu de engelen of waar was de bescher­ming nu op dat mo­ment. Ik had er toch om ge­vraagd! En dan denk je: waar­om heeft Saul dat nooit geleerd? Of hebben ze dat pas in de balling­schap geleerd?

 

 

Comments (0)

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *