Adam en de sabbat.

Door dr. K.D Goverts

De sabbat hoort bij de scheppingsorde, die hoort bij het scheppingswerk. De sabbat is dus geen noodmaatregel voor vermoeide mensen, maar het is een scheppingsprincipe. Jezus ging ook heel anders met de sabbat om dan de mensen in zijn tijd gewend waren. De haren van de Farizeeën rezen voortdurend ten berge. Jezus genas bij voorkeur zieken op sabbat. Het is trouwens merkwaardig, dat de mensen, die door Jezus op de sabbat werden genezen, allemaal chronische patiënten waren. Het waren geen acute gevallen. Als dat nu het geval was geweest, hadden de Farizeeën en de Schriftgeleerden er misschien nog min of meer vrede mee kunnen hebben. Er is sprake van een man die al 38 jaar in Bethesda had gelegen. Daar was een vrouw, die al achttien jaar kromgebogen door het leven was gegaan. Verder een man met een verschrompelde hand, wat toch ook niet zo’n acute zaak was. Bovendien liepen ze ook nog aren te plukken op de sabbat. Dat was nou ook niet zo dringend. De discipelen hadden het best uitgehouden tot ‘s avonds zes uur, want dan was de sabbat al weer voorbij.

Jezus nam echt wel zo nu en dan rust, maar kennelijk niet perse op de sabbat. Soms zegt Hij tegen zijn discipelen: Kom eens hier, en rust een weinig. Waarom deed Hij dat nou niet een beetje tactvol, dat Hij zegt: Dat doen we dan maar op de sabbat, want dan houden de Farizeeën ook rust. Dan rijden we elkaar tenminste niet in de wielen. Je moet tenslotte toch ook een beetje geven en nemen. Je moet toch ook geen aanstoot geven. Als die mensen op dat punt nou gevoelig zijn, dan hoef je ze toch niet perse tegen de haren in te strijken? En toch gaat Jezus bij voorkeur uitgerekend op de sabbat mensen genezen. We zagen dus, dat Adam al sabbat had, voordat er zonde was. In het paradijs hield hij al sabbat. De sabbat was voor God de zevende dag. En voor Adam was het de eerste dag van zijn leven. Als hij de eerste dag van zijn leven zijn ogen opslaat, zegt God niet: nou, eerst maar gauw aan het werk, nee, je eerste dag is een rustdag! Zo hadden wij het nooit aangepakt; op die manier kweek je luie mensen. Waarom laat God nu Adams leven beginnen met een rustdag? Gods orde is blijkbaar anders dan die van de natuurlijke mens. Het enige wat Adam tot op dat moment gedaan had was: ‘geschapen worden’. Daar word je nou niet zo verschrikkelijk moe van. Geschapen worden kun je lang volhouden; dat is een zeer ontspannende bezigheid. En daar begint God nu bij ons ook mee. God is bezig te scheppen in ons; Hij is bezig die nieuwe mens tot ontwikkeling te brengen: Laat Ons mensen maken; dat is die zesde dag. En dan volgt daar meteen op bij de zevende dag: en God rustte; en dan mag Adam ook rusten. En dan de vraag: waarom? Waarom stelde God dit in en wat moest Adam die hele dag dan doen? En dan zien we het principe uit Psalm 92. Adam moest op de sabbat bezig zijn met het karakter van God. Dan zie je, hoe belangrijk dat is. God zegt: jij moet eerst eens mijn karakter en mijn heerlijkheden en mijn wezen en mijn gedachten indrinken. Daar moet je je eerst eens in verdiepen, voordat je aan het werk kunt.

En dan krijgt Adam een drievoudige opdracht:

Adam was begonnen op de aardbodem en daarna wordt hij overgeplaatst in de hof. Dat was de tweede fase in zijn leven. “En de Here God nam de mens en plaatste hem in de hof van Eden om die te bewerken en te bewaren” (Genesis 2:15). Hij moet die hof bewerken, cultiveren. Ook moest hij de hof bewaren; je kunt ook vertalen: bewaken. Adam krijgt dus drie opdrachten:

Hij moet bewerken

Hij moet bewaken

Alle dieren moet hij namen geven

Je ziet hier dus, dat Adam creatief wordt; hij krijgt heel duidelijk een taak. De toekomst van het paradijs wordt in de handen van Adam gelegd. God zegt: Ik heb die hof gemaakt en nu ben jij en verder verantwoordelijk voor. Jij moet die hof verder tot ontwikkeling brengen. Jij moet ook die hof beschermen tegen invloeden van buitenaf. Adam moest over de dieren regeren. Hij begint dus met in de zichtbare wereld te regeren. Adam wordt creatief vanuit de sabbat. Hij kan zijn drievoudige opdracht vervullen vanuit de sabbat, waarmee hij zijn leven begint. Dat is Gods volgorde: eerst de sabbat, en van daaruit de werken Gods doen. Eerst bezig zijn met de gedachten en het karakter van God. Trouwens, het is ook geen wonder: Als je kersvers in zo’n geweldig stuk schepping wordt geplaatst, dan heb je eerst wel een dag nodig om eerst eens je ogen uit te kijken. Dan heb je wel even de tijd nodig, om al die heerlijkheden van God in je op te nemen. Als Adam zijn geest daarmee gaat voeden en mee gaat vullen, wordt hij van daaruit bekwaam om medearbeider te worden in de hof.

We zien dus, dat die sabbat een geestelijk principe is. Daarom komt dat in psalm 92 ook naar voren: het bezig zijn met Gods karakter en met zijn gedachten. Van daaruit wordt de mens ‘mens’! Van daaruit wordt Adam tot ontwikkeling gebracht. Adam en sabbat horen bij elkaar. Zesde en zevende dag horen bij elkaar.

Wij hebben vaak een wat statische indruk van de sabbat: rustdag, alles ligt stil, en gebeurt niets. Velen hebben vanuit hun jeugd ook minder prettige herinneringen aan de zondag, aan de rustdag. Aan die dag was vaak niet zo veel vreugde te beleven. De enige troost van de zondag was: hij is tijdelijk, ook dit gaat voorbij. Ook de Farizeeën hadden van de sabbat nou niet direct een fijne dag gemaakt. Die hadden en ook een heel vertekend beeld van. De Farizeeën hadden er een eindeloos aantal uiterlijke bepalingen bij gemaakt. Het enige wat je uiteindelijk nog mocht, was: stilzitten en kijken of een ander niet per ongeluk iets deed. Daar vulden ze dan meestal hun sabbat mee. Het is heel merkwaardig – dat lees je telkens in de evangeliën – dat als Jezus ergens met zijn discipelen was, de Farizeeën er ook prompt waren. Zo ver mochten ze op sabbat kennelijk wel lopen. De Farizeeën hadden van de sabbat een dag gemaakt – alleen maar van veroordeling, van voortdurend kijken, of en niet iets fout ging.

Het woord sabbat heeft eigenlijk twee betekenissen. En dan zie je dat het veel meer dynamisch is, dan alleen maar rust. Adam was trouwens helemaal niet zo verschrikkelijk aan rust toe. Maar hij was wel toe aan iets anders.

Het woord sabbat heeft eigenlijk de twee betekenissen van ons woord vieren, namelijk: Feest vieren. Daaraan zie je al, dat het bedoeld was als een vreugdevolle zaak. De teugels vieren. Dat betekent dus: een stuk ontspanning. Ook hieraan zie je duidelijk, dat de sabbat een uitbeelding was van het karakter van God. God is ook ontspannen, God is niet krampachtig. God jakkert zijn programma niet af, maar Hij neemt en de tijd voor. De Israëlieten zullen de sabbat onderhouden, door de sabbat te vieren, zij en hun nageslacht, als een altoosdurend verbond (Exodus 31:16)

De sabbat moest gevierd worden, dat is dus heel iets anders dan een juk, dat je wordt opgelegd.

 

Comments (0)

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *